Veiligheid
We willen dat iedereen op VA een prettig en veilig evenement heeft. Hierom hebben we afspraken gemaakt over veiligheid. Veilig vechten hoort daarbij, en sociale veiligheid ook, waaronder het stoplichtsysteem. Binnen deze kaders kunnen we lekker vrij larpen, in het vertrouwen dat iedereen veilig en comfortabel is.
Sociale veiligheid
Binnen het spel; het stoplichtsysteem
Binnen het spel gaan we er vanuit dat op elk moment alle partijen OK zijn met wat er gebeurt. We hebben een hobby die heel geschikt is om je grenzen op te zoeken en dingen te spelen of te doen waarvan je niet wist dat je het kon of durfde. Aan je grenzen opzoeken zit ook een risico: soms ga jij of iemand anders eroverheen.
Dat iedereen in het spel OK is, is dus een aanname. Om dat met z’n allen veilig te houden, moet iedereen weten dat ze de vrijheid en de verantwoordelijkheid hebben om het aan te geven als het niet meer OK is. En moet iedereen de signalen kennen en respecteren waarmee anderen aangeven dat hun grens bereikt is. Daarvoor gebruiken we op VA het stoplichtsysteem:
- Om te vragen of het nog OK is voor een ander
- Om aan te geven of het nog OK is voor jou
Iedereen kent stoplichten. Bij groen mag je lekker gaan. Bij oranje moet je opletten en rood is stoppen. Zo makkelijk is het tijdens het spelletje ook. Hoe kun je dit tijdens het spel gebruiken?
Inchecken bij een ander
Je kunt snel checken hoe je medespelers de scène ervaren. Kijk iemand aan, stel de vraag ‘check?’ of steek je duim op en kijk hoe iemand reageert. De reactie kan een woord zijn, een gebaar, of allebei:
Groen
-
- Gebaar: Duim omhoog.
- Woord: Groen.
- Dit betekent: Alles is ok. Ik heb het naar m’n zin en zit nog niet bij mijn grens in de buurt.
- Gevolg: Mooi! Je kunt lekker doorspelen en als je het wilt verder escaleren.
Oranje
-
- Gebaar: Platte hand/mwoah.
- Woord: Oranje.
- Dit betekent: Ik heb het moeilijk. Ik wil doorgaan, maar dit zit in de buurt van m’n grens.
- Gevolg: De scène gaat door, maar escaleert voor die speler niet verder.
Rood (of: NOPLAY)
-
- Gebaar: Duim omlaag.
- Woord: Rood of no play.
- Dit betekent: Stop. Dit is niet meer OK.
- Gevolg: Geef je medespeler de mogelijkheid om te stoppen. Is de scène één op één, stop met spelen en kijk wat er aan de hand is. Speel je met een groep, laat de speler in kwestie dan uit de scène en zorg dat jij of iemand anders met hem/haar meegaat en kort checkt wat die persoon nodig heeft.
Stoplicht op eigen initiatief
Je kunt het stoplichtsysteem ook gebruiken om zelf actief aan te geven hoe het met je gaat.
Groen We gaan uit van OK, groen, dus dat hoef je meestal niet uit te spreken. Als je het idee hebt dat iemand zich inhoudt en je vindt dat het heftiger mag, dan mag je het wel zeggen, of je duim omhoog te doen zodat de ander zeker weet dat je OK bent.
Oranje – Als een situatie voor jou ‘oranje’ voelt, dan kun je dat aangeven door ‘oranje’ te zeggen en het platte hand/mwoah gebaar te gebruiken. Sta je in een grote scène en wil je eruit zonder aandacht te trekken? Zet je hand op je voorhoofd (als de klep van een pet) en zoek een andere plek op. Met dit gebaar maak je duidelijk dat jouw weglopen OC is, en zal er niet IC op gereageerd worden.
Rood – of NOPLAY – Wil je stoppen met spelen? Zeg dan NOPLAY of maak het duim omlaag gebaar. Je tegenspeler zal het spel met jou stoppen. Zijn jullie ergens 1 op 1, dan kijken jullie samen even naar wat je nodig heb. Als er een grote scène bezig is, stap je uit de scène, gaat er iemand met je mee en gaat het spel daarna zonder jou verder.
Wat gebeurt er verder bij rood?
Dat ligt eraan, wat heb jij nodig? Als er iets te heftig werd, om welke reden dan ook en je de dappere keuze heb gemaakt om uit het spel te stappen: zorg dan voor jezelf. Bedenk wat jij nodig hebt en zoek dat op (een vriend opzoeken? Even met een SL praten? Een glas water en even uitrusten?). Voor de andere personen in de scène is het vooral belangrijk om gewoon door te spelen. Respecteer de keuze, en realiseer je dat een ander je nooit een uitleg of excuus verschuldigd is over waarom ze uit het spel zijn gestapt. Niet tijdens de scène en ook niet achteraf.
‘Ik wil niet inchecken’
Als je na het lezen van bovenstaande het idee heeft dat het voor jou, voor jouw personage of voor jouw spelletje niet van toepassing is: dat kan. Je kunt jaren spelen en het nooit nodig hebben. Het is wel verplicht om te reageren op de volgende twee signalen:
- Iemand loopt met het ‘hand op voorhoofd’ gebaar uit een scène: negeer het. IC gebeurt dit niet.
- Iemand zegt rood of no play of maakt het duim omlaag signaal: je stopt met spelen totdat de speler uit de scène is.
Ben je vergeten hoe het stoplichtsysteem werkt en wil je uit het spel of heb je het idee dat het niet goed gaat met een tegenspeler: Je mag altijd voor je eigen veiligheid of die van anderen het spelletje stoppen. Van boze magiër terugveranderen naar bezorgde IT-er en vragen hoe het met iemand gaat is ook zonder stoplicht OK.
Als je niet tijdens een scène wil inchecken, kan dat ook van te voren. Als je wat heftigs van plan bent bij iemand die je niet zo goed kent bijvoorbeeld: “Vind je het goed als ik je tijdens het ritueel kleineer en uitscheld?” of “Kan je het hebben als ik je tijdens onze bruiloft op je wang en voorhoofd kus?”
Toch hopen we dat inchecken vaker gebruikt zal worden, ook door mensen die dat nu nog niet doen. Wij zien het als een manier die spel ondersteunt en meer mogelijk maakt, een beetje zoals ondertitels bij een film. In het kleine ritueel van hierboven bijvoorbeeld. Door het niet vooraf te vragen maak je de verrassing groter, en met een kleine check (check? groen! duim omhoog? duim omhoog!) weet je zeker dat je goed zit en je tegenspeler het net zo naar z’n zin heeft als jij.
Buiten het spel
Binnen het spelletje schelden we elkaar de huid vol en slaan we elkaar de kop in. Buiten het spelletje stopt dat. We houden ons simpelweg aan de wet, en aan onze eigen gedragsregels. Larp bij VA is een warme en veilige hobby en daar zorgen we samen voor. Er is dus geen plek voor:
- Fysiek geweld (bijvoorbeeld slaan)
- Mentaal geweld (bijvoorbeeld pesten of kleineren)
- Diefstal (ook als je in het spelletje iets verovert, is het niet écht van jou en hoef je het meestal niet mee te nemen)
- Seksuele intimidatie en grensoverschrijdend gedrag (bijvoorbeeld ongepaste opmerkingen of aanraking)
- Andere gedragingen die niet in lijn zijn met de algemene voorwaarden of ons huishoudelijk reglement.
Mocht je dit zelf meemaken of horen of zien dat dit gebeurt, willen we graag dat je dit meldt bij het bestuur of een vertrouwenspersoon. Spreek, wanneer je dat veilig acht voor jezelf, ook de personen die dit gedrag vertonen aan. Dit is niet de manier waarop wij met elkaar omgaan. Het kan voor het slachtoffer heel prettig zijn om te merken dat het de dader is die alleen staat.
Vertrouwenspersonen
We doen er veel aan om ervoor te zorgen dat iedereen op een veilige en respectvolle manier met elkaar omgaat. Als het toch misgaat dan hebben we drie vertrouwenspersonen om je te helpen. Alles wat je hen vertelt blijft tussen jullie: zij zijn er om te luisteren en met je mee te denken over eventuele verdere stappen.
- Eline [V, niet-bestuur]
- Lindy [V, niet-bestuur]
- Hidde [M, niet-bestuur]
Fysiek Contact
Fysiek contact is onderdeel van het spel en binnen de grenzen van de spelregels toegestaan. Er wordt gevochten met wapens en fysiek contact hoort bij bepaalde spreuken en vaardigheden, waaronder veel genezing. Houd er daarom rekening mee dat in de loop van het spel mensen je kunnen aanraken; ook wanneer je dat niet verwacht.
We verwachten van iedereen dat fysieke aanrakingen netjes gebeuren: Nooit op intieme plekken en ook niet te ruw.
Fysiek show-vechten mag (en kan heel gaaf zijn!), maar alleen op afspraak van beide partijen. Het is niet toegestaan om zomaar iemand echt beet te pakken, vast te binden, in en gevecht in de nek te springen en dergelijke. Als jij zoiets niet hebt afgesproken, mag je het dus altijd aangeven als iemand te ver gaat. En natuurlijk mag je ook altijd besluiten dat je genoeg hebt gehad – dat kan je gewoon aangeven met het stoplichtsysteem.
Veilig vechten
Larp-vechten houdt het midden tussen show-vechten en vechtsport. Als iedereen dat volgens de regels doet is het over het algemeen veilig. Wel loop je, net zoals bij andere contactsporten, risico op een paar blauwe plekken of blessures.
Op deze pagina vindt je meer informatie over veilig vechten. Neem ook het spelregelboekje door voor alle informatie over veiligheid en fysiek contact. Zie pagina 25 t/m 35.
Man down
Wanner er iemand écht (buiten het spel) geblesseerd of gewond raakt en hulp nodig heeft, roept iemand daar direct naast ‘man down’. Als je die kreet hoort, stopt het spel onmiddellijk en voor iedereen! Je gaat dan op de grond zitten waar je stond. Alleen de persoon die geroepen heeft, blijft naast de gewonde deelnemer staan. Zo kan het EHBO-team goed zien waar ze moeten helpen. Pas als een EHBO-er aangeeft dat het spel verder kan gaan, roept een spelleider ’tijd in’. Dan spelen we verder waar we gebleven waren.
Regels voor larp-vechten
Gevechten brengen spanning in een larp. Het is dus leuk om er in op te gaan! Tegelijkertijd blijft het een show. Door te focussen op mooie momenten maken, in plaats van op winnen, maak je het gevecht meteen veiliger. Houd je hoofd erbij en gebruik je gezonde verstand om in te schatten of iets veilig is of niet. Let in de eerste plaats altijd op je omgeving: Heb je wel genoeg ruimte om veilig te kunnen vechten, inclusief rondbewegen en vallen? Blijf weg bij scheerlijnen. Je mag altijd aan je tegenstander vragen om een paar meter op te schuiven, voor de veiligheid.
Onderdeel van show-vechten is dat je niet hard hoeft te raken; houd je slag op het laatste moment in. We mikken ook alleen op delen van het lichaam die klappen kunnen hebben. Hoofd, kruis en borsten zijn ‘geen locatie’, dus je mikt er niet op en als iemand er per ongeluk geraakt wordt telt de klap niet voor het spelletje.
Haal nooit de rand van het wapen over iemands huid, want dat kan snijden. Een wapen met je handen opvangen of uit iemands handen rukken mag niet, omdat het wapens kan beschadigen.
Ten slotte vechten we alleen nuchter.
Vind jij dat iemand onveilig vecht? Je kan dat op het moment gewoon zeggen. Durf je dat niet of reageert iemand niet goed? Onthoud dan hoe ze er uitzien en meld het even bij een spelleider.
Wapens
Met sommige wapens moet je extra opletten:
- Alléén goedgekeurde steeksperen zijn om mee te steken. Álle andere wapens zijn niet om mee te steken. Als je niet heel zeker weet dat je een steekspeer hebt, is het dat niet. Met een steekspeer mik je naar beneden.
- Een boog is toegestaan tot 30lbs trekkracht en een kruisboog tot 40lbs.
- Is je wapen heel groot? Houd je zwaai dan goed onder controle.
- Wapens langer dan 110cm dienen altijd met 2 handen vastgehouden te worden. Indien het wapen langer is dan 150cm dient men ook nog een van de handen in het midden te houden tijdens de slag. De andere hand, waarmee ook het wapen vastgehouden wordt, mag uit het midden geplaatst worden.
Wapencheck
Zelfgemaakte larp-wapens zijn welkom, die moet je wel laten controleren door de wapencheck. Die gebeurt elk evenement voor tijd-in (precieze tijden en locatie vind je kort voor het evenement in de Event Guide). Daar controleren vrijwilligers of het schuim goed vast zit aan de kern, of het wapen niet te hard is, en of het in goede staat is.
Ook schilden en pantsers moeten veilig zijn. Dit betekent dat er geen scherpe randen of punten aanwezig mogen zijn waarop LARP-wapens kapot geslagen kunnen worden of die anderen kunnen verwonden. Alle schilden moet je laten controleren bij de wapencheck. Voor pantser is dat optioneel.