Nymph
“Nymph is van alle goden het meest aards. Zij houdt zich bezig met de balans in de wereld. Wat sterft en wat leeft, maar ook wie krijgt en wie geeft. Vergis je echter niet, want balans is voor haar geen stilstand, maar een draaiende cirkel.”
Wereldvisie
Al wat leeft zal sterven en al wat sterft zal weer leven. Alles wat ooit gemaakt wordt, zal ook weer vergaan. Op de bomen van gisteren groeien de bomen van vandaag, en de bomen van morgen zullen daar weer op groeien. Nymph ziet toe op het ontstaan en vergaan in het bestaan van ons, de stervelingen. Ze neemt en geeft, zonder te oordelen. Nymph is als de zee, de vrijgevige bron van rijkdom voor de bewoners van haar kusten, en ook de dodelijke stormen en overstromingen.
Nymph verbindt het spirituele en het materiële met elkaar. Als een eik torent ze uit boven het woud, met haar wortels in de aarde, haar hoofd in de wolken. Het draaien van de cirkel, het voortdurende maken en breken, is volgens Nymph de enige weg naar groei. Als het woud wil groeien, zal de heide moeten wijken en als jij rijk wilt worden, zal je anderen armer moeten maken.
Door zowel te nemen, als te geven, leert Nymph ons dat al het bezit slechts tijdelijk is. We hebben ons lichaam tot we dood gaan. Ons geld hebben we tot we het uitgeven, of tot het gestolen wordt. Onze kleren slijten, ons voedsel verteert en verrot, ons huis zakt steen voor steen de modder in. Het stof, de rot, de modder, zijn allen weer een bron van rijkdom voor anderen. Het enige wat we over hebben aan het eind van ons leven zijn onze herinneringen en de dingen die we geleerd hebben. Onze zielen zijn gegroeid. Die spirituele groei is het doel van het leven van iedere sterveling, volgens Nymph.
Nymph oordeelt niet. Eigenlijk is het enige waar Nymph om geeft de cyclus van de materie in creatie. Nymph heeft wel één werkelijke vijand, en dat is Chaos. Chaos maakt creatie stuk. Het haalt materie uit de cyclus, en dat is onvergeeflijk!
Wetten en regels
- Alles wat gemaakt is, zal stuk gaan. Alles wat leeft, zal sterven. Creatie is een kringloop.
- Bezit is altijd tijdelijk.
- Leeft om te groeien.
Uiterlijk en sfeer
Om te benadrukken dat het leven om groei draait, hebben priesters van Nymph voorkeur voor aardse kleuren, zoals groen en bruin, met patronen die verhalen vertellen. Zij hebben een voorliefde voor planten, bloemen en dieren. Sommige priesters kleden zich in simpele gewaden, die juist één kleur hebben, zoals wit, om te benadrukken dat bezit er niet toe doet.
Gebruikte symbolen
- Een groene cirkel
- Een boom
- Een slang die in de eigen staart bijt
Volgelingen
Je kan een priester van Nymph zomaar tegen komen op een stoffige landweg. Hij kan vragen om iets te eten, of zijn eten met jou delen. Hij kan als kluizenaar afgezonderd leven. Sommige priesters organiseren zich in groepen die kloosters onderhouden. Daar leven ze zonder eigen bezit, ze bidden of mediteren, en geven raad aan eenieder die aanklopt. Ze kunnen zich verzamelen rond een grove, ergens afgelegen in het bos. Ze kunnen kerken bouwen midden in de stad, waar mensen aan Nymph offeren, zodat ze nog een dag langer in rijkdom kunnen leven.
Anderen over Nymph
“Ik vraag me altijd af of Nymph nou een man of een vrouw is. Ach ja, voor de bomen en stenen waarmee die God vrijend door de modder rolt, maakt het vast weinig uit.”
Curio, volgeling van Moksha
“Nymph is misschien zelf niet kwaadaardig, maar schuldig aan het in stand houden van de misdaad en het slechte. Zijn priesters verdoen hun tijd met schijnwetten. Laat hem het hoofd uit de aarde trekken en zien welke schade ze aanricht!”
Boudewynus, paladijn van Lillith
“Wijzer dan de priesters die hem aanhangen zal ik nooit worden. Laat je lange gewaden eens in je grove liggen en ren met me! Gekleed in enkel het bloed van je vijanden zal je meer over de aard van de wezens in de wereld leren dan in meditatie onder een boom. Open je ogen voor anderen om je heen.”
Wakende Bizon, sjamaan van Rakai
Kenmerkende parabel
“Een arme visser keek uit over de golven. Hij had in geen dagen iets gevangen. Hij had honger, zijn vrouw had honger, zijn kinderen waren mager en hadden honger. Hij wist niet meer wat hij moest doen. Ga niet naar de Druïde, zeiden de mannen in de haven. Ga niet naar de Druïde, zeiden de vrouwen in het dorp. Ga niet naar de Druïde, zeiden de kinderen die tikkertje speelden in de weilanden. De man ging naar de Druïde, die woonde in het bos.
“Offer aan de Vrouwe van de Zee”, zei de Druïde. “Geef haar om te kunnen nemen, maar doe het enkel als je bereid bent te verliezen.“ De man offerde aan de Vrouwe. Hij gaf zijn vaders mes aan de Vrouwe. Hij gaf zijn trouwring aan de Vrouwe. Hij gaf haren van zijn kinderen, aan de Vrouwe.
De man voer uit over de golven. Hij ving dagen achter elkaar, netten vol met vis.
De man voer uit over de golven. Hij ving weken achter elkaar, netten vol met vis.
De man voer uit over de golven. Hij ving maanden achter elkaar, neten vol met vis.
Zo ging het jaren lang.
Hij had een mooi huis, met zijn mooie vrouw en zijn sterke mooie kinderen. Hij ving de meeste vissen. Hij was niet arm meer, maar rijk. De rijke visser keek uit over de golven. Hij was op zee en zocht zijn mooie huis, zijn mooie vrouw, zijn sterke en mooie kinderen. Hij zag slechts een storm, en de Druïde, hoog op de kliffen staan. Hij meerde aan en miste zijn huis, zijn vrouw, zijn kinderen.
“De Vrouwe heeft ze genomen,” sprak de Druïde. “Voor al je boten en je vissen.”
De rijke man keek uit over de golven. Hij huilde al dagen. Hij vertelde de mannen in de haven, de vrouwen in het dorp en de kinderen in de weilanden, die tikkertje speelden. “Ga niet naar de Druïde. Offer niet aan de Vrouwe van de Zee. Laat je vallen van de kliffen en verslinden door de vissen. Geef jezelf, laat haar niet nemen, want het leven is verdriet.””