Moksha
“De god der koningen, de beschermer van de leiders. Zij die het lot in eigen hand nemen, die weten waar ze staan en zien waar ze naartoe willen, leven onder het goedkeurend oog van Moksha.”
Wereldvisie
Moksha is een jonge god, nog kort geleden niet meer dan een gevallen engel van Solar. De verbittering van zijn val heeft een tomeloze ambitie in hem doen ontwaken. Die dreef hem om zonder scrupules te klimmen zo hoog als hij kon. Nu staat hij daar, op gelijke hoogte met zijn vader.
Hij veracht zijn vader, die in leven wil houden wat gedoemd is te sterven. Als je dat doet, wordt de schepping als geheel zwakker dan zij zou moeten zijn. Zij die niet op eigen kracht kunnen overleven, zullen nooit kunnen bijdragen aan een krachtige samenleving. De hulpbehoevenden zijn slechts een last, en onwaardig. Zij die sterk zijn moeten zich niet laten weerhouden te groeien en klimmen. Eenieder heeft de plicht het beste uit zichzelf te halen. Alleen zo zal er een samenleving ontstaan die de naam “beschaving” waard is.
Medelijden is geen prijzenswaardig ideaal. Het is een misselijkmakend gevoel van verbloemde walging voor de slappelingen en de verliezers, voor al wat lelijk en minderwaardig is. Iedereen krijgt kansen in het bestaan, verspil je kracht niet aan de onwaardigen. Zij die zwak zijn, worden van medelijden slechts nog zwakker. Zij die vallen, zullen uitvinden welke kracht er in hen schuil gaat. De sterken zullen zelf opstaan en de weg terug naar waardigheid vinden. Laat de zwakken over aan hun lot, tot ze sterk worden.
Zij die kunnen leiden, dienen dat te doen zonder angst om te overheersen en te vertrappen. Ze dienen zichzelf niet te laten begrenzen door anderen, want ze hebben de plicht aan zichzelf, aan de wereld en aan Moksha om hun leiderschap zo goed mogelijk in te zetten. Wanneer ze daarin falen, zal er een nieuwe leider opstaan.
Wetten en regels
- Medelijden is de dood van de geest, de corruptie die het zenuwstelsel verzwakt en het initiatief doodt.
- Accepteer nooit de leiding van een zwakkere, het is je plicht hun plaats over te nemen.
- Vecht slechts voor jezelf en ga uit van je eigen kracht. Het enige wat je in anderen kunt vertrouwen, is hun eigen zucht naar glorie.
Uiterlijk en sfeer
Moksha stelt uiterlijk vertoon van macht en rijkdom op prijs. Kleren maken immers de man en de volgelingen van Moskha zijn beter dan de rest. Ze streven naar beschaving en aanzien. Hun smaak is rijk, duur, met een voorliefde voor de kleur der koningen; purper paars.
Gebruikte symbolen
- De Kroon
- De Tentakel
Volgelingen
De volgelingen van Moksha organiseren zich in een strakke hiërarchie waarin iedereen weet waar hij staat. In het machtsspel van Moksha is geen positie voor eeuwig. Iedereen in de pikorde moet die positie iedere dag opnieuw veiligstellen. Wanneer men zwakte toont, zal men zeker vallen. Moksha stuurt actief in het eeuwigdurende spel om de macht en test voortdurend of de leiders hun positie waar kunnen maken.
Anderen over Moksha
“Moksha is een psychopatische demon met de krachten van een god. Zijn tentakels wikkelen zich om de gedachten van hen die macht zoeken door terreur en haat. Waar Moksha grijpt, verdwijnt vertrouwen en liefde en komt onderdrukking in de plaats, totdat deze onderdrukker onvermijdelijk omvergeworpen wordt door de volgende gekozene…”
Sofia, meesteres van Solar
“De omhooggevallen god over de rug van anderen, dat wordt er gezegd. En dat is misschien ook wel waar. Mijn mening? Een fantastisch spel is gespeeld en hij heeft zijn prijs geclaimd.”
Vayenna, meester van Nodens
“Hoe schrijf je zijn naam? Met dubbel x toch… Niet…? Dan Moksia…of… he, MoKSHa? Waar is de i dan…? Ik begrijp er niets meer van zo! Moge Lillith alle demonen voor goed uitroeien, dan hoeven wij die vreselijke namen niet meer te noteren!”
Een anonieme scribent
Kenmerkende parabel
“Het dilemma viel Curio zwaar. Het was een keuze die zijn carrière kon maken of breken. Hij keek uit over de stad, zijn stad. Gebouwd op heuvels lag ze als een deken langs de traag stromende rivier. Ze leek zo rustig vanaf het balkon van zijn villa, maar als je beter keek, zag je de mensen door de straten krioelen. Mieren, geen mensen, want in de dalen woonden geen burgers, alleen de verschoppelingen en buitenlanders. Hoe hoger je huis op de heuvel stond, hoe groter je aanzien, en Curio woonde op de meest prestigieuze van alle heuvels, nu nog wel tenminste.
Het leven in Fornese was niet alleen letterlijk een strijd naar boven. Het was de plicht van iedere burger zijn weg naar de hoogst mogelijke posities te vechten. Glorie en aanzien, daar ging het om in het leven. Die glorie was te vinden in het binnen halen van publieke functies. Hoe meer macht de functie je gaf, hoe groter de concurrentie. Alleen de best gekwalificeerde burgers konden die krijgen. Curio had het goed getroffen: zijn familie was oud, had veel geld en hij was dus van jongs af aan opgeleid voor het publieke leven.
Precies om die macht had generaal Tiberius naar hem geschreven. Tiberius was een vijand van de familie, en van hem persoonlijk. In de jarenlange vete waren al meerdere van zijn familieleden gesneuveld, en uit functies ontheven. Nu was Curio echter een van de weinigen die Tiberius uit de problemen kon halen. In de volksraad lagen wetten voor die de generaal uit zijn functie als Hoog Magistraat zouden ontheffen en tot verbanning zouden dwingen. Natuurlijk had Tiberius er veel voor over om dat te voorkomen.
Als Tiberius de machtsstrijd zou verliezen, zou Curio alles kwijt zijn. De veilige optie was Tiberius laten verbannen, maar zou lang niet zoveel opleveren. Aan de andere kant had Tiberius nog zijn legioenen, en of die zouden vertrekken als de volksraad dat beval, was onzeker. Wellicht zou Tiberius hoe dan ook de stad binnen trekken, met of zonder de titel van Hoog Magistraat.”